NJ 1994, 302
Internationaal privaatrecht / toerekening betalingen / uitleg vreemd recht (imputatieregels) / ontbinding, terugwerkende kracht en zakelijke werking naar LUVI en Italiaans recht
HR 17-12-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1185, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Strikwerda
- Zaaknummer
15093
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
ZC1185
- JCDI
JCDI:ADS113607:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1185, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1993
- Wetingang
RO art. 99 lid 1 onder 2°; LUVI art. 8
Essentie
Internationaal privaatrecht. Toerekening betalingen. Uitleg vreemd recht (imputatieregels). Ontbinding, terugwerkende kracht en zakelijke werking naar LUVI en Italiaans recht.
Samenvatting
De vraag in hoeverre de rechter vrij is een bepaalde vreemde imputatieregel toe te passen ook als deze niet uitdrukkelijk door de crediteur is ingeroepen, is mede een vraag van uitleg van het betreffende vreemde recht.
In appel was niet opgekomen tegen het oordeel van de rechtbank dat de LUVI (ingevolge art. 8) de zakenrechtelijke gevolgen van de ontbinding van de koopovereenkomsten overlaat aan het toepasselijke recht en dat dit meebrengt dat voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.