NJ 1994, 301
Ontvankelijkheid vordering strekkend tot rechtstreekse verrekening tussen vennoten
HR 17-12-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1182, m.nt. J.M.M. Maeijer (Oké (Van den Broeke/Van der Linden))
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Davids, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
14819
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
ZC1182
- Roepnaam
Oké (Van den Broeke/Van der Linden)
- JCDI
JCDI:ADS63043:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1182, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1993
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid vordering strekkend tot rechtstreekse verrekening tussen vennoten.
Samenvatting
Vraag of een vennoot tegen een medevennoot een vordering strekkende tot rechtstreekse verrekening kan instellen. De in een vennootschap onder firma ingebrachte goederen vormen een gebonden gemeenschap; zij zijn bestemd om te worden aangewend tot het bereiken van het doel der vennootschap. Een vennoot kan tijdens de duur der vennootschap niet vrijelijk beschikken over zijn aandeel in die goederen en evenmin aanspraak maken op een uitkering ten laste van het vennootschapsvermogen voor zover een dergelijke aanspraak niet uit het vennootschapscontract of een in overeenstemming daarmee genomen besluit voortvloeit. Voorts vormen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.