NJ 1994, 119
Verstek tegen eiser
HR 05-11-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1130 (Boulisi/Koet)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 1993
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Davids, Heemskerk, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15472
- LJN
ZC1130
- Roepnaam
Boulisi/Koet
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1130, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 75
Essentie
Verstek tegen eiser.
Samenvatting
De eisen van een behoorlijke rechtspleging brengen mee dat, alvorens op grond van art. 75 Rv tegen de niet verschenen eiser verstek wordt verleend, hem op een termijn van ten hoogste veertien dagen de gelegenheid wordt geboden zijn verzuim te herstellen op een wijze die de verweerder niet op onredelijke wijze benadeelt. Verschijnt eiser dan alsnog, moet de rechter het verstek weigeren, maar verschijnt hij niet dan moet tegen hem verstek worden verleend en zal de verweerder worden ontslagen van instantie door de rechter die met de beslissing van de zaak is belast, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.