NJ 1994, 107
Onrechtmatige daad / overlast door kraaiende hanen van buren/reikwijdte bevel / taak rechter
HR 29-10-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1116 (Van Loon/Blaauwbroek (Kraaiende Hanen),Kraaiende hanen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 1993
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Davids, Heemskerk, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15095
- LJN
ZC1116
- Roepnaam
Van Loon/Blaauwbroek (Kraaiende Hanen)
Kraaiende hanen
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1116, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑10‑1993
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 3:296; BW art. 6:162; BW art. 6:168
Essentie
Onrechtmatige daad. Overlast door kraaiende hanen van buren. Reikwijdte bevel. Taak rechter.
Samenvatting
Of het houden van de krielhanen onrechtmatig is, hangt af van de ernst van de hinder en de omstandigheden waaronder deze plaatsvindt. Terecht is niet aan de omstandigheid dat ernstige overlast wordt ondervonden van het gekraai van de hanen de gevolgtrekking verbonden dat reeds het enkele houden daarvan onrechtmatig is, maar is bij de beoordeling betrokken de omstandigheid dat onvoldoende pogingen in het werk zijn gesteld om de gevolgen te voorkomen althans te verzachten.
Niet van onjuiste rechtsopvatting geeft blijk het oordeel dat, gelet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.