M en R 1994, 1
HR, 22-10-1993, nr. 15164: Rotterdam: Magnus
HR 22-10-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1107, m.nt. P.A. Kottenhagen-Edzes (Rotterdam: Magnus,Staat/Magnus)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 oktober 1993
- Magistraten
Snijders, Davids, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk
- Zaaknummer
15164
- Noot
P.A. Kottenhagen-Edzes
- LJN
ZC1107
- Roepnaam
Rotterdam: Magnus
Staat/Magnus
- JCDI
JCDI:ADS247616:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1107, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑10‑1993
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 1401 (oud); WCA art. 49a; WMb art. 18.9
Essentie
De vraag of de Staat in casu de verwijdering uit Nederland van een partij zinkresidu kan bewerkstelligen met behulp van het privaatrecht moet worden beantwoord aan de hand van de criteria die zijn ontwikkeld in het Windmill-arrest.
De beoordeling moet plaatsvinden naar de stand van de wetgeving op het moment van het instellen van de vordering tot verwijdering.
In casu wordt in het bijzonder art. 49a van de WCA niet op onaanvaardbare wijze doorkruist door de mogelijkheid van het instellen van een kort geding-actie bij de burgerlijke rechter.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.