NJ 1994, 188
Beding tot afdracht fooien aan werkgever / overige inkomsten (7A:1637s BW / nietig beding / ontslag op staande voet / dringende reden
HR 08-10-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1086, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
15104
- Noot
P.A. Stein
- LJN
ZC1086
- JCDI
JCDI:ADS113600:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1086, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑1993
- Wetingang
BW art. 7A:1637a; BW art. 7A:1637p; BW art. 7A:1637s; BW art. 7A:1637t; BW art. 7A:1639p
Essentie
Beding tot afdracht fooien aan werkgever. Overige inkomsten in de zin van art. 7A:1637s BW. Nietig beding. Ontslag op staande voet. Dringende reden.
Samenvatting
Uitgangspunt voor het antwoord op de vraag of een beding als het onderhavige (dat de werknemer verplicht alle door hem ontvangen fooien aan zijn werkgever af te dragen en waarbij de werkgever deze geheel voor zichzelf behoudt) al dan niet in strijd is met art. 1637s lid 1, is beslissend of de fooien, indien zodanig beding niet is gemaakt, tot de ‘overige inkomsten’ — in de zin van voormelde bepaling — van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.