NJ 1994, 227
Aankoop effecten door commissionair / geen onrechtmatig handelen / formulering bewijsopdracht / op 399 Rv afstuitende klacht
HR 24-09-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1074, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 september 1993
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Mok
- Zaaknummer
15082
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1074
- JCDI
JCDI:ADS63010:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1074, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑1993
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 7:401; Rv (oud) art. 192; Rv (oud) art. 399
Essentie
Aankoop van effecten door commissionair. Geen onrechtmatig handelen. Formulering bewijsopdracht. Op art. 399 Rv afstuitende klacht.
Samenvatting
Hof oordeelt dat uitvoering door commissionair van door haar ontvangen kooporders terwijl zij ermee bekend was dat de kredietlimiet van de opdrachtgever was bereikt, niet in strijd met de haar als commissionair betamende zorgvuldigheid. Daarbij heeft het hof vooropgesteld dat degene die een commissionair opdracht geeft tot aankoop van effecten, zelf ervoor moet zorgdragen dat hij aan de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting jegens de commissionair kan voldoen, en heeft het een aantal andere omstandigheden (zie arrest) aangenomen. Door op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.