NJ 1994, 226
Ontvankelijkheid cassatieberoep; voorlopig oordeel; bewijslastverdeling / aanrijding / onrechtmatige daad: stelplicht en bewijslast
HR 24-09-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1071
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 september 1993
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Davids, Heemskerk, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15050
- LJN
ZC1071
- JCDI
JCDI:ADS63031:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1071, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 177; Rv (oud) art. 399
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep; voorlopig oordeel; bewijslastverdeling. Aanrijding. Onrechtmatige daad: stelplicht en bewijslast.
Samenvatting
Het beroep op art. 399 Rv wordt verworpen. De beslissing van het hof dat op eiseres de bewijslast rust, is uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven. Hieraan doet niet af dat het hof tot zijn bewijslastverdeling is gekomen op de grond dat het voorshands de juistheid van door eiseres gestelde feiten niet heeft aangenomen.
De bestuurder van een auto die tegen een andere auto botst, is alleen dan aansprakelijk, indien hij schuld heeft aan die botsing. Het was aan eiseres om feiten te stellen waaruit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.