NJ 1994, 372
Ontkenning vaderschap; overschrijding termijn / openbare orde / ambtshalve toepassing / ontvankelijkheid / family life (8 EVRM); gerechtvaardigde inmenging
HR 17-09-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1064
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 september 1993
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Strikwerda
- Zaaknummer
15087
- LJN
ZC1064
- JCDI
JCDI:ADS156608:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1064, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑09‑1993
- Wetingang
BW art. 1:203 lid 1; EVRM art. 8
Essentie
Ontkenning vaderschap; overschrijding van termijn. Openbare orde. Ambtshalve toepassing. Ontvankelijkheid. Family life/vie familiale ex art. 8 EVRM; gerechtvaardigde inmenging.
Samenvatting
De termijn van zes maanden gesteld bij art. 1:203 lid 1 (voor het instellen van een rechtsvordering tot ontkenning van vaderschap) berust op een door de wetgever gemaakte afweging van belangen, waaronder enerzijds het belang van het kind, dat omtrent zijn afstamming niet lang onzekerheid bestaat, en anderzijds het belang van de wettige vader om voldoende gelegenheid te hebben tot het voorbereiden van de door hem in te stellen rechtsvordering tot ontkenning. Deze afweging is — behoudens het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.