NJ 1993, 689
Absolute competentie en appellabiliteit
HR 08-07-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1044
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Vranken
- Zaaknummer
15065
- LJN
ZC1044
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1044, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 157; Huurwet art. 27 lid 4
Essentie
Absolute competentie en appellabiliteit.
Samenvatting
Voor de toepassing van art. 157 Rv geldt bij de beantwoording van de vraag of een rechtsvordering, omdat zij betrekking heeft op een bepaalde overeenkomst, tot de kennisneming behoort van de kantonrechter, als maatstaf de grondslag van de vordering zoals die blijkens de dagvaarding door de eiser is ingesteld. Indien uit het verweer van de gedaagde of uit het verdere verloop van het geding blijkt dat de werkelijk bestaande rechtsverhouding een andere is, kan dat aan de toewijsbaarheid van de vordering in de weg staan, maar niet leiden tot een andere maatstaf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.