NJ 1995, 150
Onrechtmatige daad overheid / toerekening; schuld / bindende kracht oordeel belastingrechter voor burgerlijke rechter / schadebeperking; ambtshalve uitstel / bijzondere organisatie belastingdienst / schade; renteverliezen; interne bedrijfskosten
HR 01-07-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1036, m.nt. C.J.H. Brunner (Staat/NCB,NCB/Staat)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1993
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Neleman, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
15137
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1036
- Roepnaam
Staat/NCB
NCB/Staat
- JCDI
JCDI:ADS63008:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1036, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1993
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 6:162; Rv (oud) art. 56
Essentie
Onrechtmatige daad overheid. Toerekening; schuld. Bindende kracht oordeel belastingrechter voor burgerlijke rechter. Schadebeperking; ambtshalve uitstel. Bijzondere organisatie belastingdienst. Schade; renteverliezen; interne bedrijfskosten.
Samenvatting
Indien een overheidslichaam een beschikking neemt en handhaaft die naderhand door de rechter wordt vernietigd wegens strijd met de wet of op enige andere in art. 8 eerste lid van de Wet Arob vermelde grond dan wel een overeenkomstige grond vermeld in enige andere administratieve wet het jegens de door die beschikking getroffene een onrechtmatige daad begaat; daarmee is de schuld van het overheidslichaam in beginsel gegeven. Zelfs wanneer het overheidslichaam geen enkel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.