NJ 1993, 642
Onrechtmatige daad; overheid / uitgangspunt voor burgerlijke rechter van formele rechtskracht van beschikkingen; uitzondering (m.nt. MS)
HR 18-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1006, m.nt. M. Scheltema (Sint Oedenrode/Van Aarle,Sint Oedenrode II,Sint-Oedenrode/Van Aarle)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 1993
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Davids, Heemskerk, Swens-Donner, Koopmans
- Zaaknummer
15041
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1006
- Roepnaam
Sint Oedenrode/Van Aarle
Sint Oedenrode II
Sint-Oedenrode/Van Aarle
- JCDI
JCDI:ADS113601:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1006, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑1993
- Wetingang
art. 1401 BW (oud)
Essentie
Onrechtmatige daad; overheid. Uitgangspunt voor burgerlijke rechter van formele rechtskracht van beschikkingen; uitzondering.
Samenvatting
Wanneer tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede administratieve rechtsgang heeft opengestaan, dient de burgerlijke rechter, zo deze rechtsgang niet is gebruikt, in geval de geldigheid van de beschikking in het voor hem gevoerde geding in geschil is, ervan uit te gaan dat die beschikking zowel wat haar wijze van tot stand komen als wat haar inhoud betreft in overeenstemming is met de desbetreffende wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen. De aan dit beginsel verbonden bezwaren kunnen evenwel door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.