NJ 1994, 347
Kort geding / gedwongen bloedonderzoek (AIDS-test/HIV-test) na verkrachting / 11 Gr.w; horizontale werking; beperkingsgronden / onrechtmatige daad; schadebeperking; schadevergoeding / belangenafweging
HR 18-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1002, m.nt. C.J.H. Brunner, E.A. Alkema (Gedwongen Aidstest,Aidstest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 1993
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Davids, Korthals Altes, Heemskerk, Koopmans
- Zaaknummer
15015
- Noot
C.J.H. Brunner, E.A. Alkema
- LJN
ZC1002
- Roepnaam
Gedwongen Aidstest
Aidstest
- JCDI
JCDI:ADS156535:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1002, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑1993
- Wetingang
Essentie
Kort geding. Gedwongen bloedonderzoek (AIDS-test/HIV-test) na verkrachting. Art. 11 Gr.w; horizontale werking; beperkingsgronden. Onrechtmatige daad; schadebeperking; schadevergoeding. Belangenafweging.
Samenvatting
Eiseres is het slachtoffer geworden van het delict van verkrachting.
Uit art. 1401 BW (oud) vloeit voort dat zij er recht op had dat de gevolgen van de verkrachting door de dader zoveel mogelijk zouden worden beperkt dan wel door een passende vorm van schadevergoeding zoveel mogelijk zouden worden goedgemaakt. Tot deze gevolgen behoorde de onzekerheid omtrent besmetting met HIV-virus. Eiseres had een zwaarwegend belang bij zo snel mogelijke beëindiging van deze onzekerheid, waarvan de aard meebracht dat zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.