NJ 1996, 2
Ruimtelijke ordening / planschade als gevolg van wijziging bestemmingsplan; niet-onevenredige vermogensschade; wettelijke rente / taak burgerlijke rechter na Kroonberoep; 6 EVRM / ingangsdatum rentevergoeding
HR 11-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0995, m.nt. M. van Scheltema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Davids, Korthals Altes, Heemskerk, Koopmans
- Zaaknummer
14991
- Noot
M. van Scheltema
- LJN
ZC0995
- JCDI
JCDI:ADS156572:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Vermogensrecht (V)
Omgevingsrecht / Nadeelcompensatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0995, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1993
- Wetingang
Essentie
Ruimtelijke ordening. Planschade als gevolg van wijziging bestemmingsplan; niet-onevenredige vermogensschade; wettelijke rente. Taak burgerlijke rechter na Kroonberoep; art. 6 EVRM. Ingangsdatum rentevergoeding.
Samenvatting
Bij schade die niet is veroorzaakt door de vaststelling van het bestemmingsplan maar door het weigeren van schadevergoeding en door de verdere gedragslijn van de gemeente, gaat het niet om de schade waarop art. 49 WRO het oog heeft.
Het bepaalde in art. 1286 BW (oud) staat aan toewijzing van rente over de inkomensschadevergoeding in de weg.
Het hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het de gestelde vermogensschade niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.