NJ 1994, 435
Verrekening na cessie; liquiditeit en opeisbaarheid schuld / verrekening onverschuldigd betaalde belasting met publiekrechtelijke vordering
HR 28-05-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0970, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Davids, Korthals Altes, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
14952
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC0970
- JCDI
JCDI:ADS62996:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Invordering (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0970, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑1993
- Wetingang
BW art. 1462 (oud); BW art. 1463 (oud); BW art. 1467 (oud); Inv.w art. 7 (oud)
Essentie
Verrekening na cessie; liquiditeit en opeisbaarheid van de schuld. Verrekening van onverschuldigd betaalde belasting met publiekrechtelijke vordering.
Samenvatting
Bij verrekening ingevolge art. 1463 BW (oud) hoeft behalve de vordering van de verrekenende partij niet ook haar schuld liquide te zijn. Dat geldt in beginsel evenzo voor wat betreft de opeisbaarheid. Het strookt niet met de aan art. 1467 lid 2 BW (oud) ten grondslag liggende gedachte dat ‘overdracht van regten’ niet afdoet aan een vóór de betekening der cessie verkregen bevoegdheid tot verrekening om te aanvaarden dat indien de schuld waarop de verrekenende partij zich beroept is gecedeerd, het voorgaande ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.