NJ 1993, 658
Goederenrecht; hulpzaak, bestanddeel / begrip onroerende zaak; relativering / fiduciaire eigendom; relativering / bewijslastverdeling (m.nt. WMK)
HR 14-05-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, m.nt. W.M. Kleijn (ABN AMRO/Ontvanger)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 mei 1993
- Magistraten
Royer, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Hartkamp
- Zaaknummer
14978
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
ZC0960
- Roepnaam
ABN AMRO/Ontvanger
- JCDI
JCDI:ADS62987:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑05‑1993
- Wetingang
art. 563 BW (oud); art. 590 BW (oud); art. 2014 BW (oud)
Essentie
Goederenrecht; hulpzaak, bestanddeel. Begrip onroerende zaak; relativering. Fiduciaire eigendom; relativering. Bewijslastverdeling.
Samenvatting
Bepaaldelijk tot wezen fabriek behorende roerende zaken door eigenaar fabriek fiduciair overgedragen aan hypotheekhouder. Het bepaalde in art. 563 lid 1 onder 1° BW (oud) sluit niet uit dat zaken die bepaaldelijk tot het wezen van een fabriek behoren in de zin van die wetsbepaling, tevens als bestanddelen van het fabrieksgebouw kunnen worden aangemerkt.
De opvatting dat indien een ander dan de eigenaar van een roerende zaak deze zaak tot blijvend gebruik heeft verbonden aan een onroerende zaak welke aan die ander toebehoort, slechts de eigenaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.