NJ 1995, 259
Antilliaanse zaak / arbeidsrecht / gelijke beloning gehuwden/ongehuwden / directe werking IVESC
HR 07-05-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0955, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 1993
- Magistraten
Martens, Davids, Korthals Altes, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Koopmans
- Zaaknummer
8152
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
ZC0955
- JCDI
JCDI:ADS114375:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0955, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑1993
- Wetingang
Essentie
Antilliaanse zaak. Arbeidsrecht. Gelijke beloning gehuwden/ongehuwden. Directe werking IVESC.
Samenvatting
Onderscheid in beloning tussen gehuwde en ongehuwde leerkrachten. Uit art. 26 IVBP vloeit voort dat een hogere salariëring van gehuwden slechts geoorloofd is indien daarvoor een redelijke en objectieve rechtvaardiging kan worden aangewezen. Het Hof heeft het al dan niet bestaan van onderhoudsverplichtingen als een dergelijke rechtvaardiging beschouwd. Om te kunnen vaststellen of deze voorhanden is, moet worden nagegaan of met het gemaakte onderscheid een legitiem doel wordt nagestreefd en of dit onderscheid kan worden aangemerkt als een passend middel om dat doel te bereiken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.