NJ 1993, 330
HR, 26-03-1993, nr. 14946
HR 26-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0906
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Strikwerda
- Zaaknummer
14946
- LJN
ZC0906
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0906, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑1993
- Wetingang
art. 2012 BW (oud)
Essentie
Verjaring. Termijnschulden met aflossings- en rentecomponent; directe opeisbaarheid resterende termijnen.
Samenvatting
In cassatie moet veronderstellenderwijs worden uitgegaan van de juistheid van de stelling dat de verschuldigde lease-termijnen een element van aflossing en een element van rente bevatten, zonder dat voor ieder element een afzonderlijk bedrag is aan te wijzen. Dit brengt mee dat de verschuldigde termijnen zijn onderworpen aan de verjaring bedoeld in art. 2012 BW (oud), hetgeen niet anders wordt indien, zoals in het onderhavige geval, die termijnen, ingevolge een in de lease-overeenkomst opgenomen beding, tegelijkertijd en alle te zamen opeisbaar zijn geworden door een achterstand in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.