NJ 1995, 42
Schadestaatprocedure ten vervolge op HR 30 jan. 1987, NJ 1988, 89 / compensatoire rente / wettelijke rente / schadeberekening / schade door geldontwaarding / schadevergoeding anders dan in geld / samengestelde berekening van wettelijke rente / anticipatie nieuw BW
HR 26-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0903, m.nt. C.J.H. Brunner
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 1993
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Hartkamp
- Zaaknummer
14900
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC0903
- JCDI
JCDI:ADS156587:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0903, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑1993
- Wetingang
BW art. 1286 (oud); BW art. 1287 (oud); BW art. 6:119 lid 2
Essentie
Schadestaatprocedure ten vervolge op HR 30 jan. 1987, NJ 1988, 89. Compensatoire rente. Wettelijke rente. Schadeberekening. Schade door geldontwaarding. Schadevergoeding anders dan in geld. Samengestelde berekening van wettelijke rente. Anticipatie nieuw BW.
Samenvatting
Toewijzing van compensatoire interessen naast wettelijke interessen ex art. 1286 (oud) BW over dezelfde hoofdsom en periode is niet toegestaan.
Over een geldsom waarvan de omvang nog niet vaststaat kan wettelijke rente worden toegewezen. De stelling dat schade door geldontwaarding niet (voldoende) wordt vergoed door de wettelijke rente en dus als een zelfstandige schadepost moet worden erkend vindt geen steun in het recht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.