NJ 1994, 92
Huwelijksvermogensrecht; toestemming echtgenoot; borgstelling / anticipatie op 1:88 lid 4 BW afgewezen / rol redelijkheid en billijkheid / aansprakelijkheid orgaan rechtspersoon
HR 19-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0895, m.nt. E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1993
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Davids, Neleman, Heemskerk, Hartkamp
- Zaaknummer
14881
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
ZC0895
- JCDI
JCDI:ADS156579:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0895, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1993
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht; toestemming echtgenoot; borgstelling. Anticipatie op art. 1:88 lid 4 BW afgewezen. Rol redelijkheid en billijkheid. Aansprakelijkheid orgaan rechtspersoon.
Samenvatting
De opvatting dat in een geval waarin duidelijk sprake is van een verschuiling achter het regime van art. 1:88 lid 1 onder c (oud) BW, mede in het licht van de kritiek waaraan de rechtspraak betreffende die bepaling heeft blootgestaan, het thans geldende art. 1:88 lid 4 moet worden toegepast, waarin aan deze kritiek is tegemoetgekomen, vindt geen steun in het recht.
Een beroep op de redelijkheid en billijkheid ter afwering van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.