NJ 1993, 624
Kort geding / vreemdelingenrecht; identiteitsonderzoek; vingerafdrukken; 8 EVRM; motiveringseisen / dwangsom; discretionaire bevoegdheid (m.nt. AHJS)
HR 19-02-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0872, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 februari 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk
- Zaaknummer
14917
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
ZC0872
- JCDI
JCDI:ADS156588:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0872, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑02‑1993
- Wetingang
EVRM art. 8; Vw art. 17 lid 1 aanhef onder d; Vreemdelingenbesl. art. 65 aanhef onder b; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 611a
Essentie
Kort geding. Vreemdelingenrecht; identiteitsonderzoek; vingerafdrukken; art. 8 EVRM; motiveringseisen. Dwangsom; discretionaire bevoegdheid.
Samenvatting
Het onderzoek naar de identiteit van de vreemdelinge, met name voor zover het was gebaseerd op het nemen van vingerafdrukken en het verspreiden daarvan, levert een inmenging op in het haar ingevolge art. 8 eerste lid EVRM toekomende recht op respect voor haar privé-leven.
Van een gegronde reden voor het nemen van vingerafdrukken ingevolge het bepaalde in art. 17 eerste lid aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet, jo. art. 65, aanhef en sub b, van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.