NJ 1993, 245
HR, 12-02-1993, nr. 8279
HR 12-02-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0866
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8279
- LJN
ZC0866
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0866, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑1993
- Wetingang
Essentie
Krankzinnigenwet. Hoorplicht; mensenrechten (art. 5 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)).
Samenvatting
Vordering tot verlening van rechterlijke machtiging op grond van een geneeskundige verklaring van een arts die verzoeker niet kende en die hem niet had onderzocht, omdat hij onvindbaar was.
De president heeft volstaan met het horen van de piketadvocaat die verzoeker evenmin kende, noch contact met hem had gehad en die dus niet in de gelegenheid was het standpunt van verzoeker omtrent het verlenen van de gevorderde machtiging aan de president mede te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.