NJ 1993, 524
Onrechtmatige daad overheid / krankzinnigenwet / onrechtmatige vrijheidsbeneming; schadevergoeding / mensenrechten (m.nt. HER)
HR 12-02-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0858, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
14875
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC0858
- JCDI
JCDI:ADS156578:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0858, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑1993
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 6:162; EVRM art. 5; BOPZ art. 35
Essentie
Onrechtmatige daad overheid. Krankzinnigenwet. Onrechtmatige vrijheidsbeneming; schadevergoeding. Mensenrechten (art. 5 EVRM). Openbare orde; ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. Toevoeging advocaat in krankzinnigenwetzaken; fundamentele rechtsbeginselen.
Samenvatting
Eiser vordert, na krachtens een rechterlijke machtiging opgenomen te zijn geweest in een psychiatrische inrichting, schadevergoeding op grond van onrechtmatigheid van de wijze waarop hem zijn vrijheid is ontnomen.
Het gaat hier om een vraag die de openbare orde raakt, te weten welke maatstaf de rechter, gezien de uit het EVRM voortvloeiende verdragsverplichtingen, behoort aan te leggen ingeval een eiser, stellende het slachtoffer te zijn (geweest) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.