NJ 1993, 220
HR, 29-01-1993, nr. 14880
HR 29-01-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0846
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1993
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Mijnssen, Davids, Heemskerk, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
14880
- LJN
ZC0846
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0846, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 157a
Essentie
Procesrecht: nieuwe grondslag vordering in hoger beroep; onbevoegdheid appelrechter; verwijzing.
Samenvatting
De nieuwe grondslag voor de vordering is in hoger beroep voor het eerst aan de orde gesteld. Zo deze grondslag reeds in eerste aanleg aan de orde zou zijn gesteld, zou de kantonrechter te dier zake onbevoegd geweest zijn. Dit brengt mee dat de rechtbank de vordering niet ‘in hoogste feitelijke instantie’ — waarmee de rechtbank kennelijk bedoelt: als appelrechter — had mogen behandelen, doch de zaak naar zichzelf had behoren te verwijzen ten einde haar in eerste aanleg volgens de voor die aanleg geldende processuele regels te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.