NJ 1994, 171
G-rekening-overeenkomst; partijen / overdraagbaarheid vordering; aard van de vordering / cessieverbod; bestendig gebruikelijk beding / bepaalbaarheid vordering; uitleg overeenkomst / verrekening / betekening overdracht vordering
HR 29-01-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0842, m.nt. P. van Schilfgaarde (Van Schaik/ABN Amro)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1993
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
14850
- Conclusie
A‑G Koopmans
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
ZC0842
- Roepnaam
Van Schaik/ABN Amro
- JCDI
JCDI:ADS156536:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0842, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1993
- Wetingang
BW art. 668 (oud); BW art. 1369 (oud); BW art. 3:83; BW art. 3:84 lid 2; BW art. 3:93 lid 1; Fw art. 53
Essentie
G-rekening-overeenkomst; partijen. Overdraagbaarheid vordering; aard van de vordering. Cessieverbod; bestendig gebruikelijk beding. Bepaalbaarheid vordering; uitleg overeenkomst. Verrekening. Betekening overdracht vordering.
Samenvatting
De hoofdaannemer kan aan de G-rekening-overeenkomst geen recht ontlenen het G-gedeelte van de vordering te voldoen door overmaking op de G-rekening van de onderaannemer, omdat hij geen partij bij die overeenkomst is.
Een enkel belang van de hoofdaannemer het G-gedeelte van de vordering op de G-rekening van de onderaannemer te betalen is onvoldoende om de vordering niet vatbaar voor cessie te maken.
Een vordering wordt, ook wat betreft de vraag of zij vatbaar is voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.