NJ 1994, 734
Pensioen weduwe Rost van Tonningen / vordering verklaring voor recht dat pensioenbeschikkingen in strijd waren met het recht c.q. dat Staat wordt verboden openbaar standpunt in te nemen dat beschikkingen rechtmatig waren / vereisten voor verklaring voor recht / vrijheid van meningsuiting regering
HR 22-01-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0833, m.nt. C.J.H. Brunner (Pensioen weduwe Rost-Van Tonningen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 1993
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Koopmans
- Zaaknummer
14926
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC0833
- Roepnaam
Pensioen weduwe Rost-Van Tonningen
- JCDI
JCDI:ADS156537:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0833, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑1993
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 3:302; BW art. 6:162; GW art. 7; EVRM art. 10; IVBP art. 19
Essentie
Pensioen weduwe Rost van Tonningen. Verzetsorganisaties en oud-verzetsstrijders vorderen verklaring voor recht dat pensioenbeschikkingen in strijd waren met het recht c.q. dat de Staat wordt verboden in het openbaar het standpunt in te nemen dat beschikkingen rechtmatig waren. Vereisten voor verklaring voor recht. Vrijheid van meningsuiting regering.
Samenvatting
Een verklaring voor recht kan slechts worden uitgesproken op vordering van één der bij een bepaalde rechtsverhouding onmiddellijk betrokkenen en kan enkel dienen tot het op jegens de andere betrokkenen bindende wijze vaststellen van haar bestaan of preciseren van haar inhoud. Aan deze vereisten is te dezen niet voldaan. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.