NJ 1993, 665
Bewijsrecht / door werknemer ontvangen gelden, die volgens werkgever niet zijn afgedragen / bewijs van afdracht / verdeling bewijslast en invloed van een eis in reconventie daarop (m.nt. PAS)
HR 22-01-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AG0497, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 1993
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Mijnssen, Davids, Heemskerk, Asser
- Zaaknummer
14802
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AG0497
- JCDI
JCDI:ADS142484:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AG0497, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AG0497, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 177; BW art. 7A:1639da
Essentie
Bewijsrecht. Door werknemer ontvangen gelden, die volgens werkgever niet zijn afgedragen. Bewijs van afdracht. Verdeling van de bewijslast en de invloed van een eis in reconventie daarop.
Samenvatting
Dit geval wordt hierdoor gekenmerkt dat de werknemer het betreffende bedrag voor de werkgever heeft ontvangen en, voor wat betreft het bewijs dat hij dat geld aan zijn werkgever heeft afgedragen, in beginsel van de administratie van deze laatste afhankelijk is.
In een dergelijke situatie rust in beginsel op de werkgever de bewijslast dat het geld niet aan hem is afgedragen. Dit geldt ook in het geval dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.