NJ 1993, 175
HR, 11-12-1992, nr. 14797
HR 11-12-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0790
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 1992
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Mijnssen, Davids, Heemskerk, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
14797
- LJN
ZC0790
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0790, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑1992
- Wetingang
BW art. 6:101; Rv (oud) art. 221; Rv (oud) art. 222; Rv (oud) art. 223; Rv (oud) art. 224; Rv (oud) art. 225
Essentie
Verkeersongeval. Medeschuld benadeelde (in de zin van eigen schuld ex art. 6:101 BW). Onpartijdigheid deskundige.
Samenvatting
Het hof heeft kennelijk aangenomen dat de schade niet mede het gevolg is van enige omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend en dat derhalve voor het aanvaarden van medeschuld geen grond bestond. Aldus heeft het hof een juiste maatstaf aangelegd.
Het beroep op risicoaanvaarding en dat op medeschuld zijn door het hof terecht gelijk behandeld. Beide verweren komen er immers naar hun aard op neer dat een beroep wordt gedaan op aan de benadeelde toe te rekenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.