NJ 1993, 51
HR, 13-11-1992, nr. 8115
HR 13-11-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0763
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 1992
- Magistraten
Royer, Bloembergen, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Moltmaker
- Zaaknummer
8115
- LJN
ZC0763
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0763, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑1992
- Wetingang
Rv (oud) art. 825a; Rv (oud) art. 825b; Rv (oud) art. 827j; Rv (oud) art. 827k
Essentie
Ontvankelijkheid verzoek voorlopige voorzieningen betreffende de kinderen nadat echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
Samenvatting
Voorlopige voorzieningen die op de kinderen betrekking hebben kunnen ook nadat het echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde is gegaan nog voor de eerste maal worden verzocht tot het tijdstip waarop de voogdij overeenkomstig art. 1:280 BW is begonnen dan wel de beschikking tot het doen voortduren van de ouderlijke macht kracht van gewijsde heeft gekregen (HR 9 sept. 1988, NJ 1989, 410). Er bestaat geen grond om anders te oordelen in een geval waarin de echtscheidingsprocedure reeds geruime ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.