NJ 1993, 638
Belastingheffing bij wege van voldoening op aangifte; formele rechtskracht; bindende kracht uitspraak Hoge Raad m.b.t. onverbindendheid gemeentelijke belastingverordening (m.nt. MS)
HR 16-10-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0718, m.nt. M. Scheltema (Vulhop)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 oktober 1992
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Mok
- Zaaknummer
14 724
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC0718
- Roepnaam
Vulhop
- JCDI
JCDI:ADS62971:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0718, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑10‑1992
- Wetingang
AWR art. 19; AWR art. 24; AWR art. 26 lid 3; Gem.w art. 281; Rv (oud) art. 67; BW art. 1395 (oud); BW art. 1401 (oud); RO art. 2
Essentie
Belastingheffing bij wege van voldoening op aangifte; formele rechtskracht; bindende kracht uitspraak Hoge Raad met betrekking tot onverbindendheid gemeentelijke belastingverordening.
Samenvatting
De burgerlijke rechter dient, ook wanneer niet sprake is van een heffing van belasting bij wege van aanslag — en derhalve bij beschikking — doch van een heffing van belasting bij wege van voldoening op aangifte, er in beginsel van uit te gaan dat de heffing, zo daartegen een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan en deze niet gebruikt is, zowel wat haar wijze van tot stand komen als wat haar inhoud betreft in overeenstemming is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.