NJ 1992, 789
HR, 09-10-1992, nr. 8081
HR 09-10-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0713
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 1992
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Davids, Neleman, Nieuwenhuis, Moltmaker
- Zaaknummer
8081
- LJN
ZC0713
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0713, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑1992
- Wetingang
EVRM art. 8; BW art. 1:223; BW art. 1:224; BW art. 1:225; BW art. 1:288; BW art. 1:301 lid 1 onder a; Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 419
Essentie
Voogdijverzoek van biologische vader die kinderen niet heeft erkend. Beroep op art. 8 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en art. 1:288 lid 2 BW. Aanvulling verzoekschrift in cassatie naar aanleiding van nieuw feit.
Samenvatting
Na de dood van de moeder van twee natuurlijke kinderen dient de biologische vader, die de kinderen niet heeft erkend, een voogdijverzoek in. Art. 8 EVRM biedt geen aanknopingspunt voor toepasselijkheid van art. 1:288 lid 2 BW op een dergelijk verzoek. Hoge Raad verwijst naar zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.