Einde inhoudsopgave
RvdW 1992, 195
HR, 10-08-1992, nr. 14690: Lensink/Koppenhagen
HR 10-08-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0673 (Lensink/Koppenhagen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 1992
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Roelvink, Neleman, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
14690
- LJN
ZC0673
- Roepnaam
Lensink/Koppenhagen
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0673, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑1992
- Wetingang
art. 1302 BW (oud)
Essentie
Achtereenvolgende wanprestaties van partijen bij wederkerige overeenkomst. Constitutief karakter ontbindingsvonnis.
Samenvatting
Art. 1302 BW (oud), volgens welke bepaling in wederkerige overeenkomsten de ontbindende voorwaarde geacht wordt plaats te grijpen wanneer een der partijen wanprestatie pleegt — dat wil zeggen een wanprestatie die voldoende ernstig is om de ontbinding te rechtvaardigen —, moet aldus worden opgevat dat de ontbinding plaatsvindt bij een rechterlijke uitspraak die in die zin constitutief van aard is dat de rechter, daartoe bevoegd geworden door de vaststelling dat een wanprestatie als voormeld heeft plaatsgevonden, het intreden van de in die wanprestatie gelegen ontbindende voorwaarde tot stand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.