NJ 1992, 713
HR, 08-07-1992, nr. 14766
HR 08-07-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0664
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1992
- Magistraten
Bloembergen, Davids, Heemskerk, Koopmans
- Zaaknummer
14766
- LJN
ZC0664
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0664, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1992
- Wetingang
Rv (oud) art. 177
Essentie
Stelplicht. Ongeloofwaardige stelling.
Samenvatting
In het geval dat een procespartij een ongeloofwaardige stelling aan zijn vordering ten grondslag legt en de wederpartij daartegenover een gemotiveerd en gedocumenteerd verweer voert, kan van die procespartij worden gevergd dat hij, ter voldoening aan zijn stelplicht, nadere gegevens aanvoert. Het oordeel omtrent de vraag of deze partij aan zijn stelplicht heeft voldaan, is zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard waaronder de uitleg van de gedingstukken, dat dit in cassatie niet op zijn juistheid kan worden getoetst.
Partij(en)
H.J. van der Meulen, te Leeuwarden, eiser tot cassatie, adv. mr. H.J.M. van Vliet, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.