NJ 1992, 462
HR, 24-04-1992, nr. 14539
HR 24-04-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0579
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 1992
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Roelvink, Neleman, Heemskerk, Koopmans
- Zaaknummer
14539
- LJN
ZC0579
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0579, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑1992
- Wetingang
BW art. 7A:1637x; BW art. 7A:1639bb
Essentie
Arbeidsrecht. Concurrentiebeding.
Samenvatting
Behoudens het bepaalde in art. 7A:1639bb BW, geldt ook in gevallen waarin het schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding inhoudt dat het mede ten behoeve van de rechtsopvolgers van de werkgever is aangegaan, dat aan het door art. 7A:1637x voor de geldigheid van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst gestelde vereiste van geschrift moet worden vastgehouden. Ook in zulke gevallen bestaat immers de mogelijkheid dat in geval van voortzetting van de arbeidsverhouding met een rechtsopvolger van de werkgever het concurrentiebeding zwaarder zou gaan drukken (vgl. r.o. 3.3 van HR 23 okt. 1987, NJ 1988, 234). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.