NJ 1992, 448
HR, 10-04-1992, nr. 14554
HR 10-04-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0570
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 1992
- Magistraten
Royer, Roelvink, Davids, Neleman, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
14554
- LJN
ZC0570
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0570, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑1992
- Wetingang
Rv (oud) art. 79 lid 1; Rv (oud) art. 79 lid 2; Rv (oud) art. 89a; Rv (oud) art. 335 lid 2
Essentie
Zuivering van verstek. Ontvankelijkheid appel van achterblijvende partij na zuivering van verstek.
Samenvatting
Een gedaagde tegen wie ingevolge art. 79 lid 1 Rv verstek is verleend en die op de in deze bepaling bedoelde oproeping niet is verschenen, is gerechtigd om, wanneer hij nadien in dezelfde aanleg alsnog in rechte verschijnt, op de voet van art. 89a Rv het verstek te zuiveren.
De beperkende bepaling opgenomen in art. 335 lid 2 Rv dat in het geval voorzien in het slot van art. 79 de ‘achterblijvende partij’ slechts hoger beroep kan instellen onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.