NJ 1992, 409
HR, 28-02-1992, nr. 7986
HR 28-02-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0532
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 februari 1992
- Magistraten
De Groot, Hermans, Haak, Fokkens
- Zaaknummer
7986
- LJN
ZC0532
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0532, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑02‑1992
- Wetingang
Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 135; Rv (oud) art. 136; Rv (oud) art. 137; Rv (oud) art. 138; Rv (oud) art. 139; Rv (oud) art. 140; Rv (oud) art. 141; Rv (oud) art. 141a; Rv (oud) art. 142; Rv (oud) art. 143; Rv (oud) art. 144; Rv (oud) art. 145; Rv (oud) art. 146; Rv (oud) art. 147; Rv (oud) art. 148; Rv (oud) art. 149
Essentie
Procesrecht. Hoor en wederhoor; eerst bij pleidooi in appel aangevoerde grieven in alimentatiezaak. Motivering.
Samenvatting
Zo het Hof heeft gelet op de regel, dat de appelrechter geen acht mag slaan op grieven die eerst bij pleidooi in hoger beroep worden voorgedragen tenzij de wederpartij ondubbelzinnig erin heeft toegestemd dat zij alsnog in de rechtsstrijd worden betrokken, en van oordeel is dat te dezen van een zodanige ondubbelzinnige toestemming van de moeder sprake is geweest, dan had het daarvan moeten doen blijken, nu uit de gedingstukken veeleer het tegenovergestelde volgt.
Zo het hof ervan is uitgegaan dat een dergelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.