NJ 1993, 261
HR, 31-01-1992, nr. 7783
HR 31-01-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0493, m.nt. G.R. de Groot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 1992
- Magistraten
Martens, Hermans, Bloembergen, Roelvink, Neleman, Mok
- Zaaknummer
7783
- Noot
G.R. de Groot
- LJN
ZC0493
- JCDI
JCDI:ADS142927:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0493, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑1992
- Wetingang
Rijkswet Nederlanderschap art. 4; BW art. 223; Rv (oud) art. 179; Rv (oud) art. 183; Rv (oud) art. 184; Rv (oud) art. 185; Rv (oud) art. 186; Rv (oud) art. 187; Rv (oud) art. 188; Wet ABart. 1; Wet ABart. 2; Wet ABart. 3; Wet ABart. 4; Wet ABart. 5; Wet ABart. 6; Wet ABart. 7; Wet ABart. 8; Wet ABart. 9; Wet ABart. 10; Wet ABart. 11; Wet ABart. 12; Wet ABart. 13; Wet ABart. 13a; Wet ABart. 14
Essentie
Nationaliteit (Nederlanderschap). Internationaal privaatrecht. Erkenning door Nederlander in het buitenland van daar geboren kind. Bewijskracht in den vreemde opgemaakte verklaring.
Samenvatting
Een buiten Nederland geschiede erkenning van een onwettig kind door een Nederlander heeft te gelden als een erkenning in de zin van art. 4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap indien zij hier te lande als rechtsgeldig kan worden erkend. Dit laatste is, behoudens bijzondere omstandigheden, zoals strijd met de Nederlandse openbare orde, ook het geval indien zodanige erkenning niet bij akte is geschied, mits zij heeft plaatsgevonden in zodanige vorm en met inachtneming van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.