NJ 1992, 724
HR, 15-11-1991, nr. 14358: Boogaard/NVPI
HR 15-11-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0413, m.nt. H.J. Snijders (Boogaard/NVPI)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 november 1991
- Magistraten
Snijders, De Groot, Hermans, Boekman, Heemskerk, Strikwerda
- Zaaknummer
14358
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC0413
- Roepnaam
Boogaard/NVPI
- JCDI
JCDI:ADS113532:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0413, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑1991
- Wetingang
Rv (oud) art. 5; Rv (oud) art. 91; Rv (oud) art. 94; Rv (oud) art. 343
Essentie
Dagvaarding; nietigheid; ‘duidelijke en bepaalde conclusie’.
Samenvatting
Het ingevolge art. 91 Rv op straffe van nietigheid geldende voorschrift dat de dagvaarding een ‘duidelijke en bepaalde conclusie’ moet behelzen, heeft tot strekking te waarborgen dat voor de gedaagde voldoende duidelijk is wat van hem wordt verlangd, opdat hij zich daartegen behoorlijk kan verdedigen. Voor zover hier van belang verschilt daarmee niet de maatstaf in art. 94 Rv of de gedaagde in zijn verdediging is benadeeld.
In beginsel is vereist dat op een voldoende in het oog springende wijze in de dagvaarding een afzonderlijk en als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.