NJ 1991, 743
HR, 21-06-1991, nr. 14419
HR 21-06-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0293
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1991
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Roelvink, Davids, Heemskerk, Strikwerda
- Zaaknummer
14419
- LJN
ZC0293
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0293, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1991
- Wetingang
BW art. 1638ii; Rv (oud) art. 177
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Vergoeding bij einde dienstbetrekking niet genoten vakantiedagen. Bewijslastverdeling.
Samenvatting
Art. 1638ii lid 2 BW gaat ervan uit dat de werkgever verplicht is de administratie van de genoten en openstaande vakantiedagen bij te houden. Daarin ligt besloten de verplichting om daarvan desverlangd aan de werknemer inzage en zonodig bewijs te verschaffen, zoals die bepaling voor het geval van het einde van de dienstbetrekking met het oog op bij een opvolgende werkgever op te nemen vakantiedagen uitdrukkelijk voorschrijft. Hiervan uitgaande is de bewijslastverdeling terzake van vakantiedagen in belangrijke mate afhankelijk van wat de werkgever i.v.m. zijn voormelde verplichting aan bewijsmateriaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.