NJ 1991, 710
HR, 21-06-1991, nr. 14241
HR 21-06-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0289
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1991
- Magistraten
Royer, De Groot, Hermans, Haak, Boekman, Asser
- Zaaknummer
14241
- LJN
ZC0289
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0289, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1991
- Wetingang
Rv (oud) art. 399
Essentie
Cassatie; ontvankelijkheid.
Samenvatting
Het cassatieberoep tegen een arrest van het hof waarbij een tussenvonnis met bewijsopdracht over de schuldvraag werd bekrachtigd, stuit af op art. 399 Rv. Geen bindende eindbeslissing omtrent de schuldverdeling in dat vonnis noch in het (wel wat onduidelijke)arrest.
Partij(en)
Franciscus Martinus Almekinders, te Herkingen, gem. Dirksland, eiser tot cassatie, adv. Mr. C.D. van Boeschoten,
tegen
Freek Oldenburg, te Sommelsdijk, verweerder in cassatie, adv. Mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Voorgaande uitspraak
Hof:
Beoordeling van het hoger beroep
1
In hoger beroep kan worden uitgegaan van de feiten zoals door de rechtbank vastgesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.