NJ 1991, 524
HR, 31-05-1991, nr. 7898
HR 31-05-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0264
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 mei 1991
- Magistraten
De Groot, Hermans, Boekman, Ten Kate
- Zaaknummer
7898
- LJN
ZC0264
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0264, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑05‑1991
- Wetingang
Rv (oud) art. 214; Rv (oud) art. 216; Rv (oud) art. 227; Rv (oud) art. 229
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor, voorlopige descente en voorlopig deskundigenonderzoek. Uitsluiting hoger beroep; ontvankelijkheid. Hoor en wederhoor. Benoeming deskundigen.
Samenvatting
Het beginsel van hoor en wederhoor houdt in dat de rechter geen beslissing mag geven dan nadat partijen hun standpunten te zijnen overstaan hebben uiteengezet of althans daartoe in de gelegenheid zijn gesteld. Het door de rechter niet in de uitspraak vermelden van de redenen waarom hij van het door een der partijen aangevoerde afwijkt, levert niet een schending van dat beginsel op.
De rechter is vrij in de keuze van de als deskundigen te benoemen personen.
Partij(en)
Antonius Meiberg, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.