NJ 1991, 454
HR, 26-04-1991, nr. 14194
HR 26-04-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0224
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 1991
- Magistraten
Royer, De Groot, Roelvink, Boekman, Heemskerk, Mok
- Zaaknummer
14194
- LJN
ZC0224
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0224, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑1991
- Wetingang
Essentie
Invoerrecht en omzetbelasting. Verzet tegen dwangbevel door volgens de AWDA (Algemene wet inzake de douane en de accijnzen) mede-aansprakelijk gestelde persoon. Taak burgerlijke rechter.
Samenvatting
Art. 153 AWDA bepaalt in het algemeen en zonder onderscheid dat de belasting wordt ingevorderd bij dwangbevel. Dat geldt dus ook de belasting die verschuldigd is krachtens art. 124b (oud).
Bij gebreke van een administratiefrechtelijke procesgang (belastingrechter) in de periode tot 1 okt. 1982 kon de volgens de AWDA mede-aansprakelijk gestelde persoon zich tot de burgerlijke rechter wenden teneinde de verschuldigdheid van het ingevorderde bedrag en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.