NJ 1991, 234
HR, 21-12-1990, nr. 7819
HR 21-12-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0095
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 1990
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Haak, Roelvink, Davids, Leijten
- Zaaknummer
7819
- LJN
ZC0095
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC0095, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑1990
- Wetingang
ABW art. 62 lid 2; ABW art. 63 lid 2; ABW art. 67; Rv (oud) art. 429r; Besl. oproepingen, mededelingen en zendingen verzoekschriftprocedure art. 3
Essentie
Bijstandsverhaal op persoon met onbekende woon- of verblijfplaats. Bevoegdheid. Ontvankelijkheid.
Samenvatting
Ook in dit geval is ingevolge art. 62 lid 2 ABW (Algemene Bijstandswet) bevoegd de kantonrechter binnen wiens rechtsgebied het verhalend lichaam gevestigd is.
Onjuist is dat een gemeente in een verhaalsvordering tegen zo'n persoon niet-ontvankelijk is omdat dit niet de bedoeling van de wetgever is geweest en de strekking van de ABW meebrengt dat voor zo'n vordering geen plaats is.
Voor de oproepingen en toezending genoemd in art. 63 lid 2 en 67 ABW vindt overeenkomstige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.