NJ 1992, 189
HR, 30-11-1990, nr. 7767
HR 30-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0068, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 1990
- Magistraten
Snijders, De Groot, Hermans, Boekman, Davids, Strikwerda
- Zaaknummer
7767
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
ZC0068
- JCDI
JCDI:ADS63576:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC0068, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑1990
- Wetingang
Executieverdrag Ned-België art. 1; Executieverdrag Ned-België art. 2; Executieverdrag Ned-België art. 3; Executieverdrag Ned-België art. 4; Executieverdrag Ned-België art. 5; Executieverdrag Ned-België art. 6; Executieverdrag Ned-België art. 7; Executieverdrag Ned-België art. 8; Executieverdrag Ned-België art. 9; Executieverdrag Ned-België art. 11; Executieverdrag Ned-België art. 19
Essentie
Internationaal beslag- en executierecht. Exequatur bevelschrift Belgische beslagrechter tot leggen conservatoir beslag. Uitleg Nederlands-Belgisch Executieverdrag (het verdrag). Invloed daarop van EEG-Bevoegdheids- en Executieverdrag (EEX).
Samenvatting
Art. 9 lid 1 verdrag brengt mee dat de art. 1–8 van toepassing zijn op alle gevallen waarin een onderdaan van een der contracterende staten als eiser of verzoeker dan wel als gedaagde of gerekwestreerde betrokken is bij een geding voor een rechter van de andere staat. Er is geen grond aan te nemen dat de aldus gegeven regel niet geldt wanneer beide partijen onderdaan zijn van dezelfde verdragsstaat.
Een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.