NJ 1992, 84
HR, 16-11-1990, nr. 14089
HR 16-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0049, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 november 1990
- Magistraten
Martens, De Groot, Hermans, Haak, Boekman, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
14089
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC0049
- JCDI
JCDI:ADS113482:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC0049, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑11‑1990
- Wetingang
Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 59; Rv (oud) art. 176
Essentie
Rechter in ‘het geding’ ter kennis gekomen feiten (art. 176 lid 1 Rv). Art. 48 Rv. Passeren stelling: lites finiri oportet, goede procesorde.
Samenvatting
Een vordering of verzoek tot verkrijging van of tot wijziging van een uitspraak betreffende voorlopige voorzieningen, ingesteld resp. ingediend voor de afloop van het scheidingsgeding is voor de toepassing van art. 176 Rv te beschouwen als een provisionele vordering resp. provisioneel verzoek in dat geding en de uitspraak daarop als een uitspraak in dat geding. Feiten, gesteld in de daarop betrekking hebbende gedingstukken, komen dus, ook als deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.