NJ 1992, 107
HR, 16-11-1990, nr. 13997
HR 16-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0044, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 november 1990
- Magistraten
Martens, De Groot, Bloembergen, Roelvink, Davids, Strikwerda
- Zaaknummer
13997
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
ZC0044
- JCDI
JCDI:ADS67175:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC0044, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑11‑1990
- Wetingang
CMR art. 31; Rv (oud) art. 630
Essentie
Internationaal wegvervoer van goederen. CMR. Bevoegdheid. Verplichting rechter om in ‘leemte’ in de wet te voorzien.
Samenvatting
Gezien de bewoordingen van lid 1 van art. 31 CMR en de strekking van het verdrag (zie r.o. 3.4 van HR 29 juni 1990, NJ 1992, 106) ligt het in de rede die bepaling te begrijpen als een uniforme regeling omtrent de rechtsmacht inzake rechtsgedingen waartoe aan het verdrag onderworpen vervoer aanleiding mocht geven welke inhoudt dat tot het kennisnemen daarvan bij uitsluiting bevoegdheid toekomt aan 1. het gekozen forum, 2. het forum van gedaagde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.