NJ 1991, 123
HR, 02-11-1990, nr. 14024
HR 02-11-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB8151, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 1990
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Roelvink, Davids, Heemskerk, Hartkamp
- Zaaknummer
14024
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AB8151
- JCDI
JCDI:ADS113492:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB8151, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB8151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑1990
- Wetingang
Rv (oud) art. 250; Rv (oud) art. 251; Rv (oud) art. 252; Rv (oud) art. 253; Rv (oud) art. 424; RO art. 99
Essentie
Vervolg van HR NJ 1991, 122. Uitleg arbitraal beding feitelijk. Verhouding conventie/reconventie na verwijzing. Taak rechter naar wie door een eerder casserend arrest van de Hoge Raad in dezelfde zaak verwezen is. Uitleg door Hoge Raad van die verwijzing. Omvang werking arrest a quo.
Samenvatting
's Hofs uitleg van het arbitraal beding dat dit geen betrekking heeft op de vraag of een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen en dat een redelijke uitleg van dat beding meebrengt dat de burgerlijke rechter, eenmaal terecht geadieerd, ook de ondergeschikte geschilpunten voor zijn rekening neemt, is feitelijk en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.