NJ 1992, 83
HR, 02-11-1990, nr. 13940: Kaiser/lnterpolis
HR 02-11-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB8154, m.nt. H.J. Snijders (Kaiser/lnterpolis)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 1990
- Magistraten
Ras, Bloembergen, Haak, Roelvink, Davids, Asser
- Zaaknummer
13940
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AB8154
- Roepnaam
Kaiser/lnterpolis
- JCDI
JCDI:ADS156435:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB8154, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB8154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑1990
- Wetingang
BW art. 1286; Rv (oud) art. 67; Rv (oud) art. 337; Rv (oud) art. 612; Rv (oud) art. 613; Rv (oud) art. 614; Rv (oud) art. 615; RO art. 99
Essentie
Schadestaatprocedure. Voor het eerst daarin gevoerd verweer. Strekking art. 1286 BW. Geen bindende eindbeslissing; uitleg door hof van arrest hoofdzaak.
Samenvatting
Het verweer dat art. 1286 BW in de weg staat aan de vergoeding van bepaalde vertragingsschade behoeft niet in het hoofdgeding te worden gevoerd; dat kan ook in de schadestaatprocedure gebeuren.
De strekking van art. 1286 is er op gericht een debat over de omvang van door vertraging in de uitvoering veroorzaakte schade af te snijden, ongeacht de aard van de desbetreffende schadeposten.
Geen bindende eindbeslissing in arrest in de hoofdzaak dat vertragingsschade die boven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.