NJ 1991, 720
HR, 01-06-1990, nr. 13898: Kolkman/Nationale Nederlanden
HR 01-06-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB7631, m.nt. C.J.H. Brunner (Kolkman/Nationale Nederlanden,Ingrid Kolkman)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juni 1990
- Magistraten
Snijders, Hermans, Bloembergen, Roelvink, Heemskerk
- Zaaknummer
13898
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
AB7631
- Roepnaam
Kolkman/Nationale Nederlanden
Ingrid Kolkman
- JCDI
JCDI:ADS62844:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB7631, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑06‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB7631, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑1990
- Wetingang
BW art. 1401; NBW art. 6:101; NBW art. 6.1.9.6; WVW art. 31
Essentie
Art. 31 WVW (Wegenverkeerswet). Kind. Overmacht. Beperking schadevergoeding ex lid 6. Eigen schuld; wederzijdse causaliteit. Maatstaf schadeverdeling.
Samenvatting
Fietsster van bijna 14 jaar staat tijdens ochtendspits op het punt een voorrangsweg over te steken als automobilist nadert. Zij steekt plotseling over. Voor de afwezigheid van overmacht is in een situatie als de onderhavige niet vereist dat er ‘concrete gedragingen van de fietsster’ zijn waaruit kan worden afgeleid dat zij zal gaan oversteken. Zulks kan ook mede op grond van ervaringsregels worden afgeleid uit hetgeen in het algemeen van fietsende kinderen mag worden verwacht in een verkeerssituatie zoals die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.