NJ 1991, 150
HR, 23-03-1990, nr. 7680
HR 23-03-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD1067, m.nt. E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 1990
- Magistraten
Snijders, De Groot, Hermans, Roelvink, Davids, Moltmaker
- Zaaknummer
7680
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AD1067
- JCDI
JCDI:ADS142919:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1067, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑1990
- Wetingang
EVRM art. 8; BW art. 1:263; Rv (oud) art. 910; Rv (oud) art. 945
Essentie
Kinderbescherming. Ondertoezichtstelling. Hoger beroep grootouders tegen plaatsingsbeschikking kinderrechter ex art. 1:263 BW. Mensenrechten: gezinsleven (‘family life’/‘vie familiale’).
Voor Hof 's‑Gravenhage 7 december 1990 en 26 april 1991 zie NJ 1992, 102
Samenvatting
I.c. bestaat er een samenlevingsverband dat als gezinsleven in de zin van art. 8 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden) moet worden beschouwd tussen de grootouders en hun kleinkind dat drieenhalf jaar — eerst krachtens ondertoezichtstelling en plaatsing en vervolgens na afloop van de daarvoor bepaalde termijn — bij hen heeft verbleven. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.